Europa legt greenwashing aan banden: vijf vragen over de voorgestelde strengere regels voor milieuclaims

Op 23 maart 2023 heeft de Europese Commissie (“Commissie”) haar voorstel voor de Richtlijn Groene Claims (het “Voorstel”) gepubliceerd – ook wel bekend als de Green Claims Directive. Het Voorstel bevat nieuwe regels om te voorkomen dat bedrijven misleidende beweringen doen over de milieu- en duurzaamheidsimpact van hun producten. Daarmee wil de Commissie greenwashing tegengaan.

Uit onderzoek van de Commissie volgt dat momenteel 53% van de onderzochte milieuclaims en -labels nog te vaag of misleidend zijn en ruim 40% van de milieuclaims en -labels onvoldoende onderbouwd zijn. Bovendien is volgens de Commissie het consumentenvertrouwen in milieuclaims en -labels “extreem” laag.

Het tegengaan van greenwashing staat hoog op de agenda van consumententoezichthouders. Zo heeft de Autoriteit Consument & Markt ("ACM”) in juli een hernieuwde versie van haar Leidraad Duurzaamheidsclaims gepubliceerd. Deze leidraad bevat vijf vuistregels (handvatten) voor bedrijven bij het gebruik van duurzaamheidsclaims. Voor meer informatie over het toezicht van de ACM op duurzaamheidsclaims zie hier en hier. Ook in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk worden misleidende milieuclaims steeds verder aan banden gelegd.

Met haar Voorstel wil de Commissie het gebruik van milieuclaims nu ook op Europees niveau regelen. De belangrijkste maatregelen zijn (i) introductie van strengere criteria voor de manier waarop bedrijven milieuclaims moeten onderbouwen, (ii) het tegengaan van de wildgroei aan milieulabels door strengere regels en (iii) introductie van een systeem voor onafhankelijke verificatie. In deze blog worden de vijf belangrijkste vragen voor bedrijven over het Voorstel beantwoord.

1. Is het Voorstel van toepassing op mijn bedrijf?

In beginsel is het Voorstel van toepassing op alle bedrijven die actief zijn op de Europese consumentenmarkt (B2C). Het Voorstel geldt dus ook voor bedrijven die buiten de EU gevestigd zijn, maar milieuclaims gebruiken die gericht zijn op consumenten binnen de EU.

Om te voorkomen dat het Voorstel een onevenredige impact heeft op kleine bedrijven, zijn zogenaamde “micro-ondernemingen” vrijgesteld van alle verplichtingen uit het Voorstel. Micro-ondernemingen zijn bedrijven met minder dan 10 werknemers en een jaaromzet van maximaal dan € 2 miljoen. Hoewel micro-ondernemingen niet onder het Voorstel vallen, moeten zij bij het gebruik van milieuclaims en -labels onverminderd voldoen aan de verplichtingen uit de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken – op grond waarvan misleidende duurzaamheidsclaims eveneens verboden kunnen zijn. In deze blog is meer informatie te vinden over deze richtlijn.

2. Op welk type milieuclaims is het Voorstel van toepassing?

De nieuwe regels zijn van toepassing op alle “uitdrukkelijke milieuclaims die handelaren in het kader van handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten over producten of over handelaren doen”. De volgende punten zijn hierbij relevant:

  • Het Voorstel heeft alleen betrekking op producten en handelaren van producten, en dus niet op diensten. Aangezien het gaat om een voorstel voor een richtlijn, valt het niet uit te sluiten dat lidstaten de reikwijdte van regelgeving voor milieuclaims uitbreiden tot diensten. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de implantatie van de gewijzigde Richtlijn prijsaanduiding producten (zie in dit kader deze blog).
  • Milieuclaims worden gedefinieerd als een niet verplichte boodschap (in welke vorm dan ook) in de context van een commerciële communicatie, waarin gesuggereerd wordt dat een product of handelaar (i) een positief effect op het milieu heeft, (ii) minder schadelijk voor het milieu is dan andere vergelijkbare producten of (iii) het effect op het milieu in de loop der tijd is verbeterd.
  • Het Voorstel is alleen van toepassing op ‘vrijwillige milieuclaims’, verplichte claims waarop specifieke regelgeving van toepassing is vallen buiten de reikwijdte van het Voorstel. Denk bijvoorbeeld aan de EU-milieukeur of het energie-efficiëntielabel.
  • Verder moet onderscheid gemaakt worden tussen ‘uitdrukkelijke milieuclaims’ en ‘vergelijkende milieuclaims’. Met een uitdrukkelijke milieuclaim wordt een claim in tekstvorm bedoeld of een claim die is opgenomen in een duurzaamheidslabel- of keurmerk. Een vergelijkende milieuclaim stelt of impliceert dat een product of handelaar beter of slechter presteert dan andere vergelijkbare producten of handelaren. Voor vergelijkende milieuclaims zijn aanvullende regels opgenomen in artikel 4 van het Voorstel (zie hierna).

Het is belangrijk om op te merken dat de term “duurzaamheidsclaim” die de ACM hanteert in haar Leidraad Duurzaamheidsclaims meer omvat dan enkel “milieuclaims”. Een milieuclaim is één specifiek type duurzaamheidsclaim, andere voorbeelden zijn sociale claims en levensduurclaims.

3. Welke voorwaarden voor milieuclaims volgen er uit het Voorstel?

Ten eerste moeten milieuclaims en -labels op grond van het Voorstel onderbouwd worden met (wetenschappelijk) bewijs. Dit moet voorkomen dat bedrijven vage of misleidende milieuclaims hanteren die zij niet of moeilijk kunnen onderbouwen, zoals “oceaanvriendelijke zonnebrandcrème”, “CO2-neutrale levering” of “milieubewuste verpakking”.

Ten aanzien van de wetenschappelijk onderbouwing gelden onder andere de volgende voorwaarden:

  • Het moet duidelijk zijn of de claim betrekking heeft op het gehele product of op een deel van het product;
  • De claim moet gebaseerd zijn op algemeen erkend wetenschappelijk bewijs, gebruik maken van nauwkeurige normen en rekening houden met internationale normen;
  • Bedrijven moeten aantonen dat de vermelde milieueffecten “significant” zijn vanuit het oogpunt van de hele levenscyclus van het betreffende product (van verwerving van grondstoffen tot einde van de levensduur);
  • Het moet duidelijk zijn dat de claim verder gaat dan de wettelijke vereisten die gelden voor de betreffende producten of sector (bovenwettelijk);
  • Het moet duidelijk zijn dat het betreffende product “aanzienlijk beter” presteert vor wat betreft de milieueffecten dan wat gebruikelijk is in de sector;
  • Een claim moet een onderscheid maken tussen compensatie voor broeikasgasemissies, daadwerkelijke reductie van broeikasgasemissies of emissieverwijdering;

Voor vergelijkende milieuclaims gelden daarnaast een aantal specifieke voorwaarden. Zo moet er gelijkwaardige informatie worden gebruikt voor de beoordeling van milieueffecten, -aspecten of -prestaties van de producten. Daarnaast moeten bij een vergelijking gegevens worden gebruikt die op gelijkwaardige wijze zijn gegenereerd of verkregen. Bovendien mogen vergelijkende milieuclaims geen betrekking hebben op een product van een handelaar die niet meer actief is of van een handelaar wiens producten niet meer verkocht worden. Ook moet de informatie (het wetenschappelijke bewijs) waar een claim op gebaseerd is vindbaar zijn voor de consument door middel van een weblink, QR code of iets vergelijkbaars.

Ten tweede wil het Voorstel het toenemend aantal milieulabels en -keurmerken aan banden leggen. Op dit moment zijn er naar schatting ongeveer 200 verschillende milieukeurmerken in de EU. Het Voorstel voorziet in een verbod voor nieuwe nationale of regionale labels of keurmerken van overheden en particulieren. Nieuwe labels en keurmerken van overheidsinstanties buiten de EU moeten door de Commissie vooraf worden goedgekeurd. De Commissie zal alleen goedkeuring verlenen indien kan worden aangetoond dat dit milieulabel een meerwaarde heeft voor de EU-markt op het gebied van milieuvriendelijkheid of milieueffecten.

Nieuwe labels of keurmerken van particulieren kunnen worden goedgekeurd door nationale autoriteiten. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:

  • Milieulabels moeten transparant zijn over hun doelstellingen en procedures die in het leven zijn geroepen om naleving te monitoren;
  • Milieulabels moeten een klachten- en geschilbeslechtingsmechanisme hebben;
  • De voorwaarden voor deelname aan een milieulabel of -keurmerk mogen niet tot gevolg hebben dat MKB-bedrijven worden uitgesloten;

Ten derde volgt uit het Voorstel dat lidstaten een systeem van verificatie in het leven moeten roepen voor de onderbouwing en communicatie van uitdrukkelijke milieuclaims en -labels. Deze verificatie moet worden verricht door officieel erkende verificateurs. Wie er in Nederland als officiële verificateurs aangewezen zullen worden is nog niet bekend. Accreditatie van verificateurs zal in lijn met de voorwaarden uit Verordening (EU) 2019/1020 plaatsvinden. Aanvullende voorwaarden waaraan verificateurs moeten voldoen zijn opgenomen in artikel 11 van het Voorstel.

Na succesvolle verificatie wordt aan het betreffende bedrijf of keurmerk een conformiteitscertificaat uitgereikt. Dit certificaat zal door iedere EU-lidstaat erkend worden. Het is nog niet bekend of de verantwoordelijkheid voor verificatie op de fabrikant of de retailer zal gaan vallen.

4. Wat gebeurt er als ik mij niet aan deze voorwaarden zal houden?

In het Voorstel wordt veel aandacht besteed aan toezicht, handhaving en sanctionering. De lidstaten zullen bevoegde autoriteiten moeten aanwijzen die verantwoordelijk zijn voor de handhaving. Bovendien moeten lidstaten een sanctieregeling instellen. Het is nog niet bekend wie in Nederland als toezichthouder zal worden aangewezen. Aangezien de ACM in Nederland op dit moment al belast is met het toezicht op duurzaamheidsclaims, ligt het voor de hand dat de ACM deze rol op zich zal nemen.

De financiële sancties voor het overtreden van de verplichtingen uit het Voorstel zijn fors. Bedrijven die de regels overtreden lopen het risico op een boete die kan oplopen tot (minimaal) 4% van de jaaromzet.

Daarnaast lopen bedrijven het risico dat de inkomsten die voortvloeien uit een transactie waarbij een misleidende milieuclaim of -label is gebruikt, in beslag worden genomen. Bovendien kan een handelaar die de verplichtingen uit het Voorstel heeft geschonden voor een periode van maximaal 12 maanden worden uitgesloten van openbare aanbestedingsprocedures en van toegang tot overheidsfinanciering, subsidies en concessies.

5. Vanaf wanneer zullen de maatregelen uit het Voorstel mogelijk gaan gelden?

Het Voorstel zal de komende maanden worden behandeld door het Europees Parlement en de Raad. Het Europees Parlement en de Raad hebben inmiddels beiden een versie van de tekst aangenomen. Op dit moment wordt er onderhandeld over deze amendementen. Het Voorstel zal pas na goedkeuring van zowel het Europees Parlement als de Raad in werking treden. De verwachting is dat dit eind 2023 of in de loop van 2024 zal gebeuren. Lidstaten krijgen na inwerkingtreding 18 maanden de tijd om de nieuwe wetgeving om te zetten in hun nationale consumentenrecht. Vervolgens kan het nog maximaal 6 maanden duren voordat de nieuwe wetgeving ook daadwerkelijk op nationaal niveau zal gaan gelden.

Op 3 mei 2023 heeft de Raad haar zienswijze (onderhandelingsmandaat) op het Voorstel gepubliceerd. Een opvallend voorstel van de Raad is een algeheel verbod op generieke milieuclaims (zoals “milieuvriendelijk”, “groen” of “klimaatneutraal”).

Het Voorstel is (logischerwijs) nog niet verwerkt in de herziene versie van Leidraad Duurzaamheidsclaims van de ACM. Wel heeft de ACM in een webinar aangegeven dat inwerkingtreding en implementatie van het Voorstel mogelijk tot nieuwe aanpassingen van de leidraad zal leiden.

Conclusie

Het doel van de Commissie en haar ambitieuze Voorstel is duidelijk: greenwashing verder aan banden leggen. Hoewel er momenteel nog onduidelijkheid bestaat over de precieze verplichtingen die uiteindelijk op bedrijven zullen gaan rusten, doen bedrijven er goed aan om zich erop voor te bereiden dat (de onderbouwing van) hun milieuclaims aanzienlijk kritischer zullen worden bekeken. Parallel is een duidelijke trend zichtbaar van intensiever toezicht op milieuclaims en -labels door autoriteiten.

Bedrijven kunnen ook hun voordeel doen met strengere regels tegen greenwashing, doordat bedrijven die een echte inspanning leveren op het gebied van milieu en duurzaamheid zich beter kunnen onderscheiden en minder last zullen ondervinden van oneerlijke concurrentie.

Wordt vervolgd!

Volg Maverick Advocaten op LinkedIn

Contact

Cyriel Ruers

T +31 20 238 20 15
M +31 6 10 257 754

Martijn van de Hel

T +31 20 238 20 02
M +31 6 21 210 853

Paul Breithaupt

T +31 20 238 20 05
M +31 6 39 177 993