Inval van het Controle Orgaan Kwaliteits Zaken: 10 tips bij een COKZ-bedrijfsbezoek

Het Controle Orgaan Kwaliteits Zaken (“COKZ”) houdt toezicht op de kwaliteit en voedselveiligheid van zuivel, eieren en pluimveevlees. Dit toezicht betreft onder andere controles van de etikettering van producten, productiewijze, administratie en voedselveiligheidsaspecten. Ook heeft het COKZ een taak in het kader van export en afgifte van exportcertificaten. Het toezicht op de kwaliteit en voedselveiligheid van eieren werd voorheen uitgevoerd door de Nederlandse Controle Autoriteit Eieren (“NCAE”). Sinds 2019 vinden de kwaliteits- en voedselveiligheidscontroles op eieren plaats onder de naam COKZ.

Het COKZ voert – al dan niet in samenwerking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit –(“NVWA”) – zowel aangekondigde, als onaangekondigde inspecties uit. Dat laatste wordt ook wel een inval genoemd. Zo voert het COKZ onaangekondigde inspecties uit van melkveehouderijen met een borgingssysteem. Eiproductenfabrikanten en -handelaren worden jaarlijks onaangekondigd geïnspecteerd, de Nederlandse zuivelproducenten jaarlijks of tweejaarlijks en legeindpluimveehouderijen eens per drie jaar.

Bij deze bedrijfsbezoeken beschikt het COKZ over ruime bevoegdheden. Daar staat tegenover dat aan het onderzoek van het COKZ onderworpen bedrijven, afhankelijk van het onderzoeksdoel, vergaande rechten hebben. Bedrijfsbezoeken en onaangekondigde invallen van het COKZ kunnen ingrijpend zijn. Daarom is het van belang dat bedrijven en werknemers vooraf op de hoogte zijn van hun rechten en plichten tijdens een bedrijfsbezoek.

In deze blog vindt u tien tips voor bedrijven bij een (on)aangekondigd bezoek van het COKZ.

Tip 1 - Wees voorbereid

Stel een intern invalhandboek op en licht hier uw receptiemedewerkers over in. Zo weten uw receptiemedewerkers bij een onaangekondigd bedrijfsbezoek meteen wat zij wel en niet moeten doen.

Wijs in het invalhandboek één of meerdere invalcontactpersonen aan, die de receptie op de hoogte van de inval op de hoogte brengt. Leg vast dat de invalcontactpersoon zo spoedig mogelijk de directie, en waar nodig de ICT-afdeling, (eventueel nog aan te wijzen) woordvoerder en juridisch adviseur, inlicht. Zorg er daarnaast voor dat de contactpersoon uw medewerkers informeert over hun rechten en plichten, zoals de medewerkingsplicht. Meer over rechten en plichten van (medewerkers van) uw bedrijf leest u hieronder.

Tip 2 - Vraag naar het doel van het onderzoek

Het COKZ-onderzoek kan gaan om het (enkel) uitvoeren van een routinematige inspectie om na te gaan of het bedrijf de daarop toepasselijke wet- en regelgeving nakomt. Ook kan het zijn dat het COKZ een vermoeden heeft dat het bedrijf de wet overtreedt en onderzoek doet met het oog op het opleggen van een punitieve sanctie aan het betrokken bedrijf. Het onderscheid tussen deze scenario’s is van belang voor de mate waarin u verplicht bent om met het COKZ-onderzoek mee te werken en welke bevoegdheden het COKZ toekomen. Onder tip 3 en tip 6 wordt dit nader toegelicht. Vraag dus voor de start van het inhoudelijke onderzoek aan het COKZ wat het concrete doel (en de aanleiding, zie tip 3) van het bezoek en onderzoek zijn en noteer dat voor uzelf.

Tip 3 – Houd in de gaten of de toezichthouder niet buiten zijn/haar bevoegdheden treedt

Het is een toezichthouder verboden om buiten de wettelijke bevoegdheden te treden. De bevoegdheden van COKZ-toezichthouders zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (“Awb”) en de bijzondere wetten waarop het COKZ toezicht houdt. De voornaamste bevoegdheden van een COKZ-toezichthouder zijn:

  • betreden van elke plaats (met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, tenzij het toezicht plaatsvindt op grond van de Wet dieren);
  • vorderen van inlichtingen;
  • vorderen van inzage in identiteitsbewijzen, zakelijke bescheiden en – indien toezicht plaatsvindt op grond van de meststoffenwetgeving – het bedrijfsregister;
  • maken van kopieën van zakelijke bescheiden en indien nodig, kort meenemen van bescheiden;
  • onderzoeken door onder andere verpakkingen te openen en monsters te nemen;
  • onderzoeken van vervoermiddelen en de lading daarin; en,
  • stilhouden van vervoermiddelen en vervoermiddelen eventueel meenemen

Ook kan de toezichthouder die bestuursdwang toepast ruimten en zaken verzegelen voor de duur van het onderzoek.

Tip 4 - Vraag naar wat, waar en hoe de toezichthouder wil onderzoeken

De hiervoor genoemde bevoegdheden worden beperkt door het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5:13 Awb. Op grond hiervan mag een toezichthouder slechts gebruik maken van zijn bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Door op de hoogte te zijn van wat, waar en hoe de toezichthouder wil onderzoeken, kan ter plekke worden getoetst of de vorderingen van de toezichthouder niet voorbijgaan aan het doel van het onderzoek, hetgeen verboden is. Het COKZ mag bijvoorbeeld niet op fishing expedition gaan, dat wil zeggen het willekeurig opvragen van (grote hoeveelheden) informatie op basis waarvan vervolgens kan worden beoordeeld of er toezichthoudende bevoegdheden zullen worden ingezet.

Tip 5 - Monstername? Vraag om afname van een tweede monster

Het kan gebeuren dat het COKZ op basis van de resultaten van monsteronderzoek conclusies trekt en verplichtingen oplegt waar u het niet mee eens bent. Of dat u de resultaten van monsteronderzoek van het COKZ in twijfel trekt. In dat geval is het van belang dat u (tijdig) een eigen onderzoek en risicobeoordeling uitvoert om uw standpunt te onderbouwen. Met het oog op contra-expertise is het verstandig de toezichthouder om afname van een tweede monster verzoeken. De toezichthouder is verplicht aan uw verzoek gehoor te geven. Op grond van de Awb moeten alle monsters voor zover mogelijk worden teruggegeven door de COKZ. Dus ook het eerste monster (na onderzoek). Dat laatste gebeurt in de praktijk nog niet altijd. Het is juist om die reden raadzaam een tweede monster te vragen.

Tip 6 - Werk (in beginsel) mee

In beginsel zijn bedrijven verplicht met het onderzoek van het COKZ mee te werken (voor zover deze toezichthouder niet buiten zijn bevoegdheden treedt). Indien een bedrijf weigert mee te werken kan de minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (“de minister”), een last onder bestuursdwang of dwangsom opleggen. Dat is een besluit waarin het de betrokkene verplicht wordt binnen een begunstigingstermijn mee te werken, op straffe van verbeurte van dwangsommen of bestuursdwang. Voor niet-medewerking kan bovendien een bestuurlijke boete aan de betrokken feitelijk leidinggevende(en) worden opgelegd. Verder kan niet medewerking ertoe leiden dat aanvragen voor GLB-subsidies worden afgewezen. Het is ook niet toegestaan eventueel bewijsmateriaal of een verzegeling die het COKZ heeft aangebracht te verwijderen. Een bedrijf is echter niet altijd verplicht om mee te werken. De medewerkingsplicht geldt niet indien de vorderingen zich niet verdragen met het evenredigheidsbeginsel, zoals onder tip 3 toegelicht. Dat is het geval als de onderzoekhandeling van de toezichthouder (veel) verder gaat dan redelijkerwijs noodzakelijk is. Evenmin is het verplicht inzage te geven in stukken, of stukken te overleggen aan het COKZ die onder het verschoningsrecht vallen, zoals de juridische adviezen van een advocaat aan het betrokken bedrijf.

Tip 7 - Vraag om een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb

Een inlichtingenvordering van het COKZ is geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. Dat betekent dat hiertegen geen bezwaar en beroep openstaat. Indien u zich niet met het COKZ-inlichtingenverzoek kunt verenigen, kunt u het COKZ verzoeken om de minister een besluit te laten nemen in de zin van de Awb. Doorgaans is dit een last onder dwangsom of bestuursdwang. Hiertegen kunt u bezwaar maken en na eventuele ongegrondverklaring daarvan, beroep aantekenen bij de rechtbank. Op deze wijze kan de rechtmatigheid van de inlichtingenvordering worden getoetst. Zaken waarbij dit speelt zien bijvoorbeeld op gevallen waarbij u gegronde vrees hebt dat het COKZ of de NVWA met de verzochte traceringsgegevens een recall in zal leiden en/of het aanleveren van de verzochte informatie niet noodzakelijk is.

Tip 8 - Vraag indien nodig om uitstel van de termijn

Het COKZ dient een redelijke termijn te gunnen waarbinnen medewerking moet worden verleend. Indien u meent dat de begunstigingstermijn onredelijk kort is, kunt u het COKZ verzoeken om uitstel. Voorts kunt u tegen een eventuele last onder dwangsom of toepassing van bestuursdwang van de minister bezwaar maken en de voorzieningenrechter verzoeken de last op te schorten. Dat geschiedt door middel van een voorlopige voorziening. Dit heeft alleen zin indien de begunstigingstermijn lang genoeg is om voor afloop van de termijn bij de voorzieningenrechter te zitten. Na afloop van de begunstigingstermijn zal de voorzieningenrechter immers oordelen dat van een spoedeisend belang, dat voor een voorlopige voorziening vereist is, geen sprake is. Redt u het niet om tijdig een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen, dan kunt u in een eventuele bezwaar- en/of beroepsprocedure tegen de onredelijke termijn bezwaar maken.

Tip 9 - Bij twijfel: raadpleeg uw advocaat

Het is vaak niet meteen duidelijk in welk kader een COKZ-bedrijfsbezoek plaatsvindt en in hoeverre u verplicht bent daaraan medewerking te verlenen. Om te voorkomen dat u met een bestuursrechtelijke sanctie wordt bestraft, kunt u een advocaat inschakelen. Uw advocaat mag bij het COKZ-onderzoek aanwezig zijn om erop toe te zien dat de toezichthouder niet buiten zijn bevoegdheden treedt en uw rechten worden nageleefd. Indien het COKZ u wenst te verhoren, dan is het COKZ doorgaans bereid te wachten op de komst van uw advocaat.

Tip 10 - Einde onderzoek: neem indien nodig juridische maatregelen

Na afloop van het onderzoek zal de toezichthoudend ambtenaar, indien sprake is van voedselveiligheidstekortkomingen, een rapport van bevindingen opmaken of een schriftelijke waarschuwing geven. Indien een rapport van bevindingen wordt opgemaakt, deelt het COKZ deze met de NVWA. De NVWA kan op basis daarvan een interventie doen, zoals het schorsen of intrekken van een erkenning, weigeren van een subsidie, opleggen van een product recall (ook wel terugroepactie genaamd) en stilleggen van de productie. Ook kan de NVWA een bestuurlijke boete opleggen. Daarnaast kan de NVWA besluiten om in plaats bestuurlijke handhaving, de overtreding strafrechtelijk af te doen. Dit kan uiteindelijk leiden tot strafrechtelijke boetes en zelfs gevangenisstraf.

Tegen besluiten van de NVWA kunt u binnen zes weken bezwaar maken, en na eventuele afwijzing daarvan, bij de rechtbank Rotterdam in beroep. Ook kunt u, teneinde de werking van een besluit te schorsen, een kort geding starten waarbij de voorzieningenrechter wordt verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Bij kwaliteitsovertredingen met betrekking tot kaas, eieren en pluimveevlees, kan het COKZ op grond van de Landbouwkwaliteitswet de overtreding aanhangig maken bij het onafhankelijk tuchtgerecht van het COKZ. Het tuchtgerecht kan vervolgens een tuchtmaatregel, zoals een geldboete of berisping opleggen. Tegen een uitspraak van het tuchtgerecht kan binnen

Klik hier voor tips bij een inval van de NVWA. Lees ook onze blog over recalls en handhaving door de NVWA.

Voor alle informatie over een bedrijfsbezoek van de NVWA, zie invalnvwa.nl

Volg Maverick Advocaten op LinkedIn

Contact

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318

Cyriel Ruers

T +31 20 238 20 15
M +31 6 10 257 754

Judith Jansen

T +31 20 238 20 13
M +31 61 425 13 28

Mats Reijman

T +31 20 238 20 14
M +31 6 18 503 857