Inval van de NVWA: 10 tips bij een NVWA-bedrijfsbezoek

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (“NVWA”) controleert of bedrijven zich aan de wettelijke regels inzake voedselveiligheid, consumentenproducten, de gezondheid van dieren en planten, dierenwelzijn en natuurwetgeving houden.

In het kader van toezicht en opsporing voert de NVWA zowel aangekondigde, als onaangekondigde bedrijfsbezoeken uit. Dat laatste wordt ook wel een inval van de NVWA genoemd. Bij deze bedrijfsbezoeken beschikt de NVWA over ruime bevoegdheden. Daar staat tegenover dat aan het onderzoek van de NVWA onderworpen bedrijven, afhankelijk van het onderzoeksdoel, vergaande rechten hebben.

Bedrijfsbezoeken en onaangekondigde invallen in het bijzonder alsook een onderzoek van de NVWA kunnen ingrijpend zijn. Daarom is het van belang dat bedrijven en werknemers vooraf op de hoogte zijn van hun rechten en plichten tijdens een bedrijfsbezoek.

In deze blog vindt u tien tips voor bedrijven bij een (on)aangekondigd bezoek van de NVWA.

Tip 1 - Wees voorbereid

Stel een intern invalhandboek op en licht hier uw receptiemedewerkers over in. Zo weten uw receptiemedewerkers bij een onaangekondigd bedrijfsbezoek meteen wat zij wel en niet moeten doen.

Wijs in het invalhandboek één of meerdere invalcontactpersonen aan, die de receptie op de hoogte van de inval op de hoogte brengt. Leg vast dat de invalcontactpersoon zo spoedig mogelijk de directie, ICT-afdeling, (eventueel nog aan te wijzen) woordvoerder en juridisch adviseur, inlicht. Zorg er daarnaast voor dat de contactpersoon uw medewerkers informeert over hun rechten en plichten, zoals de medewerkingsplicht. Meer over rechten en plichten van (medewerkers van) uw bedrijf leest u hieronder.

Tip 2 - Vraag naar het doel van het onderzoek

Het NVWA-onderzoek kan gaan om het (enkel) uitvoeren van een routinematige inspectie om na te gaan of het bedrijf de daarop toepasselijke wet- en regelgeving nakomt. Ook kan het zijn dat de NVWA een vermoeden heeft dat het bedrijf de wet overtreedt en onderzoek doet met het oog op het opleggen van een punitieve sanctie aan het betrokken bedrijf. Het onderscheid tussen deze scenario’s is van belang voor de mate waarin u verplicht bent om met het NVWA-onderzoek mee te werken en welke bevoegdheden de NVWA toekomen. Onder tip 3 en tip 6 wordt dit nader toegelicht. Vraag dus voor de start van het inhoudelijke onderzoek aan de NVWA wat het concrete doel (en de aanleiding, zie tip 3) van het bezoek en onderzoek zijn en noteer dat voor uzelf.

Tip 3 – Houd in de gaten of de toezichthouder niet buiten zijn/haar bevoegdheden treedt

Het is een toezichthouder of (buitengewoon) opsporingsambtenaar verboden om buiten de wettelijke bevoegdheden te treden. De bevoegdheden van NVWA-toezichthouders zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (“Awb”) en de bijzondere wetten waarop de NVWA toezicht houdt. De voornaamste bevoegdheden van een NVWA-toezichthouder zijn:

  • betreden van elke plaats (met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner, tenzij het toezicht plaatsvindt op grond van de Wet dieren);
  • vorderen van inlichtingen;
  • vorderen van inzage in identiteitsbewijzen, zakelijke bescheiden en – indien toezicht plaatsvindt op grond van de meststoffenwetgeving – het bedrijfsregister;
  • maken van kopieën van zakelijke bescheiden en indien nodig, kort meenemen van bescheiden;
  • onderzoeken door onder andere verpakkingen te openen en monsters te nemen;
  • onderzoeken van vervoermiddelen en de lading daarin; en,
  • stilhouden van vervoermiddelen en vervoermiddelen eventueel meenemen

Ook kan de toezichthouder die bestuursdwang toepast ruimten en zaken verzegelen voor de duur van het onderzoek.

Indien sprake is van onderzoek naar een strafrechtelijke overtreding, dan heeft u te maken met een opsporingsambtenaar of een buitengewoon opsporingsambtenaar. Een opsporingsambtenaar van de van de NVWA heeft in dat geval bijzondere bevoegdheden, zoals het verhoren en arresteren van personen en het observeren, pseudokopen en tappen van telefoons.

Tip 4 - Vraag naar wat, waar en hoe de toezichthouder wil onderzoeken

De hiervoor genoemde bevoegdheden worden beperkt door het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5:13 Awb. Op grond hiervan mag een toezichthouder slechts gebruik maken van zijn bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Door op de hoogte te zijn van wat, waar en hoe de toezichthouder wil onderzoeken, kan ter plekke worden getoetst of de vorderingen van de toezichthouder niet voorbijgaan aan het doel van het onderzoek, hetgeen verboden is. De NVWA mag bijvoorbeeld niet op fishing expedition gaan, dat wil zeggen het willekeurig opvragen van (grote hoeveelheden) informatie op basis waarvan vervolgens kan worden beoordeeld of er toezichthoudende bevoegdheden zullen worden ingezet.

Tip 5 - Monstername? Vraag om afname van een tweede monster

Het kan gebeuren dat de NVWA op basis van de resultaten van monsteronderzoek conclusies trekt en verplichtingen oplegt waar u het niet mee eens bent. Of dat u de resultaten van monsteronderzoek van de NVWA in twijfel trekt. In dat geval is het van belang dat u (tijdig) een eigen onderzoek en risicobeoordeling uitvoert om uw standpunt te onderbouwen. Met het oog op contra-expertise is het verstandig de toezichthouder om afname van een tweede monster verzoeken. De toezichthouder is verplicht aan uw verzoek gehoor te geven. Op grond van de Awb moeten alle monsters voor zover mogelijk worden teruggegeven door de NVWA. Dus ook het eerste monster (na onderzoek). Dat laatste gebeurt in de praktijk nog niet altijd. Het is juist om die reden raadzaam een tweede monster te vragen.

Tip 6 - Werk (in beginsel) mee

In beginsel zijn bedrijven verplicht met het onderzoek van de NVWA mee te werken (voor zover deze toezichthouder niet buiten zijn bevoegdheden treedt). Indien een bedrijf weigert mee te werken zal de NVWA een last onder bestuursdwang of dwangsom kunnen opleggen. Dat is een besluit waarin de NVWA de betrokkene verplicht binnen een begunstigingstermijn mee te werken, op straffe van verbeurte van dwangsommen of bestuursdwang. Voor niet-medewerking kan bovendien een bestuurlijke en/of strafrechtelijke boete c.q. celstraf aan de betrokken feitelijk leidinggevende(en) worden opgelegd. Het is ook niet toegestaan eventueel bewijsmateriaal of een verzegeling die de NVWA aan heeft gebracht te verwijderen.

Een bedrijf is echter niet altijd verplicht om mee te werken. De medewerkingsplicht geldt niet indien de vorderingen zich niet verdragen met het evenredigheidsbeginsel, zoals onder tip 3 toegelicht. Dat is het geval als de onderzoekhandeling van de toezichthouder (veel) verder gaat dan redelijkerwijs noodzakelijk is.

Evenmin is het verplicht inzage te geven in stukken, of stukken te overleggen aan de NVWA die onder het verschoningsrecht vallen, zoals de juridische adviezen van een advocaat aan het betrokken bedrijf.

Daarnaast is een (vertegenwoordiger van een) bedrijf dat wordt verdacht van een overtreding waarvoor door de NVWA een punitieve sanctie kan worden opgelegd, niet verplicht mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Dit houdt verband met het nemo-tenetur-beginsel. Dit beginsel maakt dat die personen het recht hebben om te zwijgen bij een verhoor door de NVWA. Het zwijgrecht geldt voor zover de vordering van de NVWA betrekking heeft op zogenaamd wilsafhankelijk materiaal, zoals een verklaring. Een vordering van de NVWA tot verkrijging van wilsonafhankelijk materiaal (zoals bestaande administratieve documenten) valt niet onder het zwijgrecht. Bij een NVWA-vordering om inzage te geven in wilsonafhankelijk materiaal is medewerking – in principe – wel verplicht (let op: correspondentie met uw advocaat is daarvan uitgezonderd, zie hierboven).

Tip 7 - Vraag om een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb

Een inlichtingenvordering van de NVWA is geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb. Dat betekent dat hiertegen geen bezwaar en beroep openstaat. Indien u zich niet met het NVWA-inlichtingenverzoek kunt verenigen, kunt u de NVWA verzoeken om een besluit te nemen in de zin van de Awb. Doorgaans is dit een last onder dwangsom of bestuursdwang. Hiertegen kunt u bezwaar maken en na eventuele ongegrondverklaring daarvan, beroep aantekenen bij de rechtbank. Op deze wijze kan de rechtmatigheid van de inlichtingenvordering worden getoetst. Zaken waarbij dit speelt zien bijvoorbeeld op gevallen waarbij u gegronde vrees hebt dat de NVWA met de verzochte traceringsgegevens een recall in zal leiden en/of het aanleveren van de verzochte informatie niet noodzakelijk is.

Tip 8 - Vraag indien nodig om uitstel van de termijn

De NVWA dient een redelijke termijn te gunnen waarbinnen medewerking moet worden verleend. Indien u meent dat de begunstigingstermijn onredelijk kort is, kunt u de NVWA verzoeken om uitstel.

Voorts kunt u tegen een eventuele last onder dwangsom of toepassing van bestuursdwang door de NVWA bezwaar maken en de voorzieningenrechter verzoeken de last op te schorten. Dat geschiedt door middel van een voorlopige voorziening. Dit heeft alleen zin indien de begunstigingstermijn lang genoeg is om voor afloop van de termijn bij de voorzieningenrechter te zitten. Na afloop van de begunstigingstermijn zal de voorzieningenrechter immers oordelen dat van een spoedeisend belang, dat voor een voorlopige voorziening vereist is, geen sprake is. Redt u het niet om tijdig een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen, dan kunt u in een eventuele bezwaar- en/of beroepsprocedure tegen de onredelijke termijn bezwaar maken.

Tip 9 - Bij twijfel: raadpleeg uw advocaat

Het is vaak niet meteen duidelijk in welk kader een NVWA bedrijfsbezoek plaatsvindt en in hoeverre u verplicht bent daaraan medewerking te verlenen. Om te voorkomen dat u onbewust aan uw eigen veroordeling meewerkt of met een bestuurs- of strafrechtelijke sanctie wordt bestraft, kunt u een advocaat inschakelen. Uw advocaat mag bij het NVWA-onderzoek aanwezig zijn om erop toe te zien dat de toezichthouder niet buiten zijn bevoegdheden treedt en uw rechten worden nageleefd. Indien de NVWA u wenst te verhoren, dan is de NVWA doorgaans bereid te wachten op de komst van uw advocaat.

Tip 10 - Einde onderzoek: neem indien nodig juridische maatregelen

Na afloop van het onderzoek zal de toezichthoudend ambtenaar een rapport van bevindingen opmaken en/of een opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Indien de NVWA tijdens het onderzoek een overtreding heeft vastgesteld, kan de NVWA een groot scala aan corrigerende interventies treffen. Denk daarbij aan het geven van een waarschuwing, schorsen of intrekken van een erkenning, opleggen van een product recall (ook wel terugroepactie genaamd) en stilleggen van de productie. Ook kan de NVWA een bestuurlijke boete opleggen. Tegen besluiten van de NVWA kunt u binnen zes weken bezwaar maken, en na eventuele afwijzing daarvan, bij de rechtbank Rotterdam in beroep. Ook kunt u, teneinde de werking van een besluit te schorsen, een kort geding starten waarbij de voorzieningenrechter wordt verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Indien het een strafrechtelijke overtreding betreft, zal er een proces-verbaal worden opgemaakt. Het OM kan besluiten de zaak voor de rechter te brengen, of de zaak zelf af te doen door het opleggen van een strafbeschikking of de zaak te seponeren. Tegen een strafbeschikking kunt u binnen 14 kalenderdagen dagen in verzet gaan. Let daarbij op dat u een eventuele boete niet betaalt, tot uw verzet is behandeld. Door de boete te betalen voordat uw verzet is behandeld, erkent u schuld.

Bekijk ook de video briefing over dit onderwerp. Voor alle informatie over een bedrijfsbezoek van de NVWA, zie invalnvwa.nl

Voor alle informatie over een bedrijfsbezoek van de ACM zie invalacm.nl

Volg Maverick Advocaten op LinkedIn

Contact

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318

Judith Jansen

T +31 20 238 20 13
M +31 61 425 13 28

Mats Reijman

T +31 20 238 20 14
M +31 6 18 503 857