Prijsbinding bij distributie op radar mededingingsautoriteiten

Onlangs besteedden wij in deze blog aandacht aan e-commerce en gaven wij aan hoe om te gaan met online distributie en prijserosie. Toevallig deden de Europese Commissie en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vorige week een inval bij onder andere Philips, Samsung en Media-Markt vanwege het vermoeden dat zij de online verkoop van elektronica zouden hebben beperkt (klik hier).

Het is niet ondenkbaar dat de Europese Commissie ook onderzoek doet naar pogingen van producenten om wederverkopers (zoals distributeurs en retailers) een vaste of minimum (weder)verkoopprijs op te leggen. Dit wordt ook verticale prijsbinding of resale price maintenance (RPM) genoemd.RPM kan zowel direct -bijvoorbeeld contractueel- als indirect plaatsvinden, bijvoorbeeld door:

  • het fixeren van de marge voor de wederverkoper;
  • het maximeren van de korting die een wederverkoper ontvangt vanaf een bepaalde prijsniveau;
  • het afhankelijk stellen van kortingen en vergoeding van promotiekosten voor het aanhouden van een bepaald prijsniveau door de wederverkoper.

Het hanteren van vaste “doorverkoopprijzen” in distributieovereenkomsten wordt gezien als een “hard-core” overtreding van Europese mededingingswetgeving. In het kort wordt RPM verondersteld in strijd met de mededingingsregels te zijn en niet te kunnen worden gerechtvaardigd omdat het (1) concurrentiebeperkende afspraken faciliteert, (2) prijzen doet stijgen, (3) zorgt dat kleinere concurrenten van de markt worden gedreven en (4) de innovatie en dynamiek in het distributieproces wordt ondermijnd. 

De grens tussen (toegestane) handelingen en verboden prijsvaststelling is soms lastig te herkennen. Zo is het toegestaan als leveranciers een maximumverkoopprijs of een (niet-bindend) adviesprijs aan hun distributeurs communiceren. Bovendien zijn er uitzonderingen op het verbod op verticale prijsbinding. RPM is bijvoorbeeld (tijdelijk) toegestaan voor:

  • De introductie van een nieuw product om retailers te stimuleren tot extra promotie- en verkoop inspanningen;
  • Het reduceren van het free-riding probleem voor retailers die - in tegenstelling tot anderen (de zogenoemde free riders) - een hoge mate van service aanbieden;
  • Een gecoördineerde promotieacties in een franchise- of vergelijkbaar distributiesysteem.

De recente activiteiten van de toezichthouders in de Europese Unie, maken duidelijk dat de Europese toezichthouders steeds vaker tegen RPM optreden. Zo zijn dit jaar door het Bka in Duitsland verschillende boetes opgelegd. In Denemarken en Oostenrijk is dit jaar al zesmaal door de mededingingsautoriteiten opgetreden. Ook in het Verenigd Koninkrijk richt het OFT haar pijlen op RPM. Daarnaast zijn ook in Polen en Ierland dit jaar boetes opgelegd en lopen er in deze landen nog verschillende onderzoeken naar de inzet van verticale prijsbinding. Dit staat in schril contrast tot de activiteiten in Nederland. De ACM heeft vooralsnog geen aantoonbare belangstelling voor verticale prijsbinding. Het is de verwachting dat de ACM gelet op deze internationale ontwikkelingen niet achter zal kunnen blijven.

Producenten en groothandelaren - zeker als zij in meerdere lidstaten actief zijn - dienen dan ook (nog) waakzamer te worden en te voorkomen dat zij met hun distributeurs en retailers afspraken maken over prijsbinding. Heldere interne richtlijnen en regelmatige praktische training van de commerciële afdeling(en) kunnen hoge (persoonlijke) boetes voorkomen.

Voor meer informatie over E-commerce en het sectoronderzoek van de Europese Commissie zie ecommercesectorinquiry.com

Volg Maverick Advocaten op Twitter en LinkedIn

Informatie

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact met ons op:

Diederik Schrijvershof

T +31 20 238 20 03
M +31 6 81 364 318

Martijn van de Hel

T +31 20 238 20 02
M +31 6 21 210 853